Jeugdherinnering
Kort geleden waren we, mijn dochters en ik plus een heleboel familie, op Hengstdijk bij de opening van het boeddhistisch centrum Metta Vihara. De architect van het centrum is de zoon van mijn zus Wies en mijn zwager Joseph van Assche. We komen nog regelmatig in mijn jeugddorp, maar dan voornamelijk op het kerkhof. Daar ken ik de meeste mensen en in gedachten groet ik dan de bekenden van vroeger.
Het kerkhof is altijd mooi en keurig onderhouden. Iets dat me met dankbaarheid vervult, elke keer weer. Het is belangrijk voor nabestaanden dat de rustplaats van je dierbaren netjes onderhouden wordt. Een teken van zorg en respect.
Maar deze dag, zondag 13 mei, waren we te gast in de Hengstdijkse Kerkstraat bij het voormalige huis van de familie van Bellen. We slaan op de Oostdijk rechts af en zien daar de Pieleput. Ach, hier liepen we met de school op de verjaardag van meester Schelfhout. Een uitje dat bijzonder vreugdevol was als kind. Zomaar op een gewone schooldag samen door de polder lopen. En de meester was dan ook altijd in prima stemming.
Echt feest!
De opening van het boeddhistisch centrum was buitengewoon mooi. We werden gastvrij ontvangen. Natuurlijk zochten mijn ogen naar bekenden van toen. Dat viel toch tegen, het was erg druk en ja, de mensen veranderen toch. Ik ben zelf ook al 40 jaar op Hengstdijk weg en ongetwijfeld ook niet meer direct herkenbaar.
Ik genoot erg van de middag, de sfeer en de herinneringen die boven kwamen. Waar is de tijd naar toe… een van mijn dochters maakte me er op attent dat er ik als oud-Hengstdijksenaar ook mezelf weer even kon laten zien via de website. Een initiatief dat door Ko Leenknegt werd/wordt ondersteund. Eigenlijk best leuk. Ik vond het namelijk ook leuk om van andere dorpsgenoten iets te lezen.
Tot mijn 21ste jaar woonde ik op Hengstdijk en na 23 jaar op het mooie dorpje Lamswaarde te hebben gewoond, ben ik in Vlissingen gaan wonen. Al enige tijd studeerde ik Theologie en Levensbeschouwing aan de Hogeschool in Tilburg. Na de tweede graad kreeg ik een baan als geestelijk verzorger in het ziekenhuis Walcheren en kon ik de eerste graads studie afmaken. Mijn dochters en zussen woonden in Brabant en na 9 jaar in Vlissingen gewoond te hebben, ben ik uit Zeeland vertrokken. Het is toch veel gezelliger om dichter bij elkaar te wonen. Ik ben gaan werken als geestelijk verzorger in een verpleeghuis en haalde ondertussen mijn Master Zorg Ethiek en Beleid aan de universiteit van Tilburg.
Mijn hobby is schrijven. Het is eigenlijk meer een vanzelfsprekendheid, een behoefte. Op mijn30ste levensjaar ben ik hiermee begonnen op advies van een wijs mens. Toen ik 60 jaar werd vonden mijn dochters het tijd om mijn gedachten en gevoelens met anderen te delen in de vorm van een boek.
Vorig jaar is mijn eerste boek uitgegeven: “Reis naar Niemandsland.” De illustratie in het boek is verzorgd door de Zeeuwse fotograaf Ruden Riemens. Het is te koop via de boekenhandel ( 25 euro) of te bestellen door 23 euro ( 20 euro plus 3 euro verzendkosten) op naam van F. de Vijlder, Breda, bankrekening: 198341571
Hengstdijk … mijn jeugdjaren: Schaatsen op het ondergelopen grasveld bij de school, postzegels en zilverpapier sparen, spelletjes op straat en op het schoolplein. Autonummers opschrijven vanuit de slootkant. De poëziealbum waar juf Romijn en meester Schelfhout natuurlijk in schreven. Zingen in het koor onder leiding van Rob. De wandelclub, in de Vogel zwemmen en zelfs enkele keren ook schaatsen. Koninginnedag en zaklopen. De kermis en Toon van de zweef helpen bij het opbouwen. Mooie herinneringen.
Met een groet aan alle levende bekenden
Riet de Koning , juni 2012
Persbericht “Reis naar Niemandsland”
Presentatie boek: Op 7 november wordt, in Woonzorgcentrum Mauritsstaete, het boek: “Reis naar Niemandsland” gepresenteerd. Het is geschreven door Riet de Koning, geestelijk verzorger in de Riethorst Stromenland. Ze heeft het boek geschreven tussen haar 30ste en 45ste jaar. In haar 30ste levensjaar ontdekte zij door te schrijven, gevoelens en gedachten te kunnen verwoorden. Dat bleek op papier vanzelf te gaan en zo kregen innerlijke ervaringen gestalte. Het schrijven werd een levensbehoefte, die nog steeds zo werkt en waar bewoners en personeel van de Riethorst Stromenland bekend mee zijn door de vele verhalen en gedichten van haar hand.
Riet zei altijd tegen haar dochters: “Na mijn dood kijk je maar wat je ermee doet, het eerste boek is in ieder geval mijn levenstestament, mijn manier van in het leven staan.” De dochters vonden dit niet zo’n goed idee en waren van mening dat dit zgn. testament nu al door meer mensen gelezen moest worden. Ze werden in deze mening gesteund door familie en vrienden en door de gesprekken met Chris Verhoeven van uitgeverij de Vérse Hoeven uit Raamsdonksveer werd het boek werkelijkheid. Chris zocht contact met de Raad van Bestuur van de Riethorst Stromenland en toen gebeurden er hele mooie dingen. Door deze samenwerking werd het uitgeven van het boek mogelijk gemaakt.
De vormgeving van het boek is op bijzonder stijlvolle wijze verzorgd door Ruth, oudste dochter van Riet. De visualisatie van de hoofdstukken is toevertrouwd aan de Zeeuwse fotograaf Ruden Riemens. Hij heeft op indrukwekkende wijze beelden bij de taal gevoegd en zo de taal nog meer levend gemaakt. Het boek bevat 184 pagina’s met 13 hoofdstukken. Elke hoofdstuk begint met een foto van Ruden dat het thema uitbeeld. Daarna komen de inhoudsopgave van het hoofdstuk en enkele pagina’s tekst, gevolg door een aantal gedichten. In totaal staan er in het boek ongeveer 70 gedichten. Samen vertelt het over Riet haar reis door het leven. Het vertelt over welzijn, over geluk, over de zoektocht naar jezelf, naar energie, naar mens zijn en over het kijken naar de wereld. Het vertelt over u en mij. Riet hoopt dat mensen die het lezen er herkenning in vinden, vreugde en misschien ook steun.