Lia ten Cate-de Groot


Herinneringen aan mijn jeugdvakanties in Hengstdijk

Mijn broer Fer (1 van de 8 in de familie Derijcke) en ik gingen als kind in de grote vakantie, steevast 6 weken naar de broer van mijn moeder (Leonard Derijcke)op de Oude Stoof in Hengstdijk. Mijn vader overleed op jonge leeftijd en mijn moeder had een melkwinkel in Amsterdam te runnen, dus was ze blij dat van haar 5 kinderen er 2 een aantal weken op vakantie waren en zij wat meer armslag had. Fer en ik verheugden ons al weken van tevoren op onze vakantie. Ik herinner mij dat wij met Tante Anna (zus van mijn moeder) en Oom Leo eerst in Amsterdam ’s morgens naar de vroegmis gingen en meteen na de communie de kerk verlieten om op tijd op het station te zijn. Wij reisden met de trein tot Kruiningen en dan met bus en boot naar Perkpolder. Die reis was voor ons al een hoogtepunt.

De 6 weken op de Oude Stoof eerst bij Opoe en later bij Oom Leonard en Tante Henny waren voor ons altijd een belevenis en het voelde voor ons zo vertrouwd, alsof we thuis kwamen. Wij speelden veel met onze neven van Assche.

Ik herinner mij dat ik van Eugene eens mocht proberen met de luchtbuks een blikje te raken. Ik had hem nauwelijks in mijn handen of het ging af en bijna raakte ik Eugene in zijn been. Die heb ik dus nooit meer mogen vasthouden. Mijn nicht Lies was kraamverzorgster en ik weet ook nog goed dat ik eens een dag mee mocht naar een “kraam”. Dat vond ik heel bijzonder. Mijn nicht Marieke maakte voor mij van een oud schort eens een mantelkapje of een schortje. Dat was voor mij een kostbaar cadeautje.

In mijn herinnering was het dikwijls heel mooi weer. In de vroege avonduren na het eten werd er door Paul, Leon, Albert en onze Fer vaak een wielercours gehouden. Op oude fietsen rondjes om de polder en dan om het hardst. Fer van Assche en ik hielden dan de tijden en de stand bij. Ik weet niet meer of de winnaar gehuldigd werd.

Ik speelde vaak met Ine Vink die woonde op de boerderij bij de Lindeboom en met Marleen Somers die naast oom Leonard en Tante Henny woonde. Tante Henny spaarde voor ons lege doosjes, maggiflesjes en alles wat maar gebruikt kon worden in een winkeltje dat we maakten in de oude schuur. Geld werd van papier gemaakt. Ook kon ik uren zoet zijn op de schommel die Oom Leonard had gemaakt en die in de oude notenboom hing. Daar heb ik heel veel geschommeld, liedjes zingend op de cadans van het heen en weer gaan.

Oom Leonard en Tante Henny ben ik altijd dankbaar gebleven. Aan hen heb ik die geweldige zomerse jeugdherinneringen te danken, omdat wij altijd bij hen logeerden en altijd welkom waren. Datzelfde geldt voor Tante Gusta en Oom Piet. Het was een feest om bij hun binnen te komen. Met zoveel kinderen was er altijd iets te beleven en vooral te genieten.

Genoemde herinneringen werden weer springlevend toen wij op 2 april j.l. onze geweldige Derijcke reünie dag vierden bij het fruitteeltbedrijf van Jos en Caroline van Assche. Een onvergetelijke dag en ik ben mij er goed van bewust dat ik deel uitmaak van een heel bijzondere familie.

Lia ten Cate-de Groot, dochter van Louise Rosalia de Groot-Derijcke april 2011