De familie Hiel


Een toevallige ontmoeting in de Catharinakerk brengt ons achter de horizon van Hengstdijk.

“Bij ons bezoek aan de kerk van Hengstdijk ter gelegenheid van de presentatie van het boek over het dorp zouden wij nog berichten, waarom wij helemaal uit Rotterdam kwamen om het boek persoonlijk in ontvangst te nemen. Welnu, onze grootvader, Petrus Hiel, woonde met zijn vrouw, Leonia Paulina van Looij en kinderen eerst aan de Hengstdijkse Dorpsstraat (oud, kleinste huisje aan de kant van het café, met de dakpannen en dakkapelletjes) waar zij 10 kinderen hadden, waaronder onze vader, Guus Hiel, 08-12-1920 (Hengstdijk) / 14-08-1993 (Terneuzen, na een bezoek aan Zeeuws-Vlaanderen !)

Later dreven zij een café annex slachterij aan de Plevierstraat, ter hoogte van het latere “la Bamba”

Eén van de kinderen, Marie Hiel, ging omstreeks de jaren 1920, 1930 naar Rotterdam waar zij succesvol een kruidenierszaak begon, met haar man Peter Muller. Omdat het haar zo goed ging, besliste grootvader om met het hele gezin in 1928 of 1929 met paard en wagen met de hele huisraad en kinderen vanuit Hengstdijk, en aansluitend per boot van Walsoorden naar Rotterdam te verhuizen. Zij begonnen een waterstokerij aan de Rozegaarde in de Rotterdamse wijk Vreewijk. Vrijwel al zijn kinderen, waaronder onze vader, begonnen kruidenierszaken, tassenwinkels of slagerijen in en rond Rotterdam.

De liefde voor het Zeeuwse land is ons vanaf de eerste dag ingegoten, en wij zijn naar Hengstdijk en Zeeuws-Vlaanderen blijven komen. Meerdere keren per jaar verkennen wij het, van de Putting tot de Oude Stoof. Op de foto zie je van links naar rechts : Loni, Aad en Paula Hiel, 3 van de 6 kinderen van Guus Hiel.”

Tussen 1920 en 1930 zijn veel bewoners van onze streek naar Rotterdam vertrokken. Het hoe en waarom lezen we in de tekst van de familie Hiel. In de volksmond wordt over een water en vuurzaak gesproken. Wat is een water en vuurzaak? We lezen dit in een verhaal op internet van Henny van Dolder – de Wit.

“Met een of meer kranen in huis waaruit net zoveel warm water stroomt als je nodig hebt, is het moeilijk voor te stellen dat dit vroeger als koopwaar werd verhandeld, vooral wanneer er grote hoeveelheden water nodig waren, zoals op maandag en dinsdag, vroeger de traditionele wasdagen. In die behoefte voorzagen de water- en vuurwinkels. In de nacht van zondag op maandag was slapen er niet bij, dan werd er vast vooruit gestookt. Per week werd vijf tot zesduizend liter water warm gestookt, ongeveer 750 emmers. Huisvrouwen die in de buurt woonden haalden het water zelf, maar de waterstoker ging er ook met de handkar op uit. Daarop stonden tonnetjes die hij zelf had laten maken, van één en twee emmers inhoud, en daarmee trok hij de stad in. Per tonnetje betaalden de klanten vijftien cent. De echtgenote bezorgde heet water aan huis met emmers aan een juk.”

Het moet hard werken geweest zijn. Veel van onze streekgenoten hebben hiermee op een succesvolle manier hun boterham met beleg verdiend.

Guus Hiel heeft in 1975 heeft hij een bandje ingesproken met als titel “Wandeling Hengstdijk”. Je vindt deze geluidsopname via het archief onder Diversen, of klik hier voor een rechtstreekse link. http://www.hengstdijk.eu/archief/wandeling/wandeling.html

Familie Hiel, april 2012